 |
| 121 - (dHr. W.M. - Delfzijl NL) |
Hierboven een in opdracht gebouwde miniatuurgarage met afmetingen en in de stijl van het origineel.. Dit was een oude schuur waarvan de plafondhoogte zó laag was dat er een uitsparing in gezaagd moest worden boven de hefbrug. Als de hefbrug omhoog gebracht werd stak het dak van de auto door het plafond. De garagehouder hield er ook een hobby op na: hij vervaardigde en repareerde antieke klokken, en daarvoor had hij de bovenverdieping ingericht. In de bovenplaat van de box heb ik een venster aangebracht om ook van boven een goed zicht te krijgen op het interieur.
Hieroben eine im Auftrag gebaute Miniaturwerkstatt mit Abmessungen und ganz im Stil der originalen Werkstatt. Diese war eine alte Scheune wovon die Decke so niedrig war daß darin eine Aussparung gesägt werden mußte oberhalb der Hebebühne. Wenn das Auto auf der Hebebühne hochgefahren wurde stach das Dach durch die Decke. Der Werkstattinhaber hatte auch ein Hobby: Er stellte antike Uhren her und reparierte sie, und für diesen Zweck hatte er den Dachboden eingerichtet. Im Boxdeckel habe ich ein Fenster montiert damit man auch von oben ein gutes Sicht bekommt auf das Innere.
Terwijl de 504 limousine vanaf 1968 in Sochaux van de band liep werden de Coupé en de Cabrio - met de techniek van Peugeot en het koetswerk van Pinifarina - in Italië gebouwd. En dat met succes, want pas in 1983 werd de produktie ervan stopgezet Intussen was het uiterlijk op een aantal punten gemoderniseerd en ook het motorisch gedeelte onderging drastische wijzigingen. Zo werd in 1974 de aloude 1,8 Liter 4-cilinder vervangen door een 2,7 Liter V-6 motor (het resultaat van een samenwerking tussen Peugeot, Renault en Volvo). Vanf 1977 werd ook weer een 4-cilinder aangeboden, nu met 2 liter inhoud en 106 pk.
De 504 Coupé was één der zeldzame automobielen, welke in de loop der jaren niet verouderd en oninteressanter geworden is, doch rijper en aantrekkelijker.
Während der 504 ab 1968 in Sochaux vom Band lief wurden das Coupé und das Cabrio - mit der Technik von Peugeot und das Blachkleid von Pininfarina - in Italien gebaut. Und das mit viel Erfolg denn erst in 1983 wurde die Produktion gestoppt. Inzwischen war äußerlich und innerlich einiges modernisiert . So ersetzte man den betagten 1,8 Liter Vierzylinder durch einen 2,7 Liter V6 block (Das Ergebnis einer Zusammenarbeit zwischen Peugeot , Renault und Volvo). Ab 1977 wurde auch wieder einen Vierzylinder angeboten, jetzt einen Zweiliter und 106 PS.
Dieses Fahrzeug war einer der seltenen Automobilen , das mit der Zeit nicht älter und uninteressanter, sondern reifer und reizvoller geworden ist.
