 |
| 129 - ( dHr. J.B. - Suameer NL) |
In 1965 liet Opel op de IAA een opzienbarende Coupé zien. Deze two-seater werd - lichtelijk bijgewerkt - in 1968 als GT in het verkoopprogramma opgenomen en werd direct een verkoopsucces. Hieraan droegen z'n buitengewone vorm en het voor-treffelijke onderstel evenzo bij als ook de relatief lage verkoopprijs. De carrosserie van de GT werd gemaakt bij de Franse firma Chausson. Deze stuurde daarna de kale carrosserieën door naar de Franse firma Brissonneau & Lotz. B&L stond in voor het spuitwerk en het monteren van bedrading, interieur, ramen en chroomwerk. Daarna gingen de carrosserieën per trein naar Duitsland om in de fabriek in Bochum te worden afgebouwd met de mechaniek. Tot aan het einde in 1973 verlieten meer dan 103.000 wagens de fabriek in Bochum.
1965 Präsentierte Opel auf der IAA ein aufsehenerregendes Coupé der in 1968 als GT getaufte Zweisitzer mit einigen Retuschen im Programm aufgenommen wurde. Er wurde auf Anhieb zu einem Verkaufserfolg wozu seine außergewöhnliche Form und das hervorragende Fahrwerk ebenso beitrugen wie der relativ niedrige Verkaufspreis. Die Karosserie wurde bei Chausson hergestellt während die Lackierung, Technik und Innenausstattung von Brissoneau & Lotz in Creil, Frankreich erledigt wurde. Schließlich rollten die Werkstücke per Eisenbahn nach Bochum wo sie Motor, Fahrwerk und Getriebe erhielten. Bis zum Produktionsende im Juli 1973 verliessen über 103.000 Wagen das Werk in Bochum.
